Foto: juli 2005

Redengevende omschrijving Rijksdienst voor de Monumentenzorg

R.K. Kerk, 1869-'73 door P.J.H.Cuypers, vergroot 1953. Inventaris: zwart marmeren doopvont uit 1796. Wegkruis met houten corpus, XIXa, tegen de kerktoren. (Datum: 16-01-1967).

 

Ruimtelijke context

Deze erg grote kerk ligt in het centrum van Bocholz. Aan de voorzijde is de straat vergroot tot een pleintje. Aan weerszijde van de kerk is een brede stoep aangelegd. Aan de achterzijde is een groenvoorziening.

Type

De Jacobuskerk is een driebeukige, neogotische basiliek in kruisvorm. Aan het oude koor is een groot, nieuw koor met een tweede dwarsbeuk en een sacristie aangebouwd. Deze aanbouw steekt nog uit buiten de dwarsbeuken van de oorspronkelijke kerk.

Bouwgeschiedenis

De parochie werd in 1794 opgericht in 1803 gelegaliseerd. Vroeger stond er een kapel, die ressorteerde onder de kerk van Simpelveld. Deze kapel werd voor het eerst genoemd in 1373.

De kerk werd in de jaren 1869/1873 gebouwd door P. Cuypers. In 1953 breidde H. Koene de kerk aan de koorkant uit met een zeer ruim, nieuw koor. Bij deze uitbreiding werd ook een nieuwe pastorie gebouwd ten noorden van de kerk. Daar vond men funderingen van een eenbeukig gebouwtje met smaller rechtgesloten koor en daaromheen funderingen van een groter gebouw uit de late middeleeuwen.

Exterieur

Toren en kerk vanaf het kerkhof. Foto: Sander van Daal, juni 2015

De kerk is opgetrokken in baksteen. De grote vierkante toren aan het westen heeft twee geledingen met frontalen en een achtkantige spits. Via de toren heeft men ook toegang tot de kerk. Middenschip en dwarsbeuken hebben een zadeldak, de zijschepen een lezenaarsdak. Alle daken zijn met leien gedekt. De uitbreiding van Koene uit 1953 is in een andere baksteen opgetrokken en zodoende goed te herkennen in het exterieur. De uitbreiding is voorzien van een toegang tot de kerk. Het nieuwe koor wordt gesloten met 5/8 absis.

Absis uit 1953. Foto: maart 2010

Interieur

Zicht op het priesterkoor. Foto: maart 2010

Zicht op de zangtribune. Foto: april 2010

Het interieur van het oude deel is neogotisch. Het bestaat uit een middenschip, twee zijbeuken en een transept. De uitbreiding werd gerealiseerd door het oude koor te vervangen door een een tweede transept en een nieuw priesterkoor. De uitbreiding is enigszins aangepast aan de oorspronkelijke stijl maar met duidelijke kenmerken uit de wederopbouwperiode van na de oorlog. Men betreedt de kerk via de toren aan de westzijde. Het deel in de toren is ingericht als dagkapel. Aan de achterzijde links en rechts zijn twee kapellen ingericht. De rechterkapel doet dienst als doopkapel. De zangtribune steekt voor een deel uit boven het middenschip. De ramen hoog in het schip en in het oude transept zijn non-figuratief en dateren uit de tijd rond 1900. De lagere ramen in de zijbeuken, het oude transept en het priesterkoor zijn uit 1948 en later en zijn vervaardigd door Eugène Laudy. De eveneens prachtige ramen in het nieuwe transept zijn van nog latere datum.

Bron: De monumenten van geschiedenis en kunst in Zuid-Limburg, deel 1.

Zie ook: http://www.rijckheyt.nl/sjablonen/rijckheyt/pagina.asp?subsite=100&pagina=365

Atelier J.W. Ramakers & Zonen makte voor deze kerk in 1929 een triomfkruis.

Orgel

In 1843 plaatsten Gebr.Müller (Reifferscheid, D) in deze kerk een orgel, waarvan het front vermeld is in de “Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst”, deel VIII (1926); in 1957 plaatste Verschueren Orgelbouw (Heythuyzen) een nieuw tweemanuaals orgel.

 

Hoofdwerk                           Zwelwerk                              Pedaal

Bourdon 16’                         Prestant 8’                            Subbas 16’

Prestant 8’                           Salicionaal 8’                        Zachtbas 16’

Gamba 8’                              Zweving 8’                           Octaafbas 8

Roerfluit 8’                            Bourdon 8’                           Gedektbas 8’

Octaaf 4’                               Zing.prestant 4’                   Kwintbas 5 1/3’

Fluit 4’                                   Roerfluit 4’                           Prestantbas 4’

Kwint 2 2/3’                          Nachthoorn 2’                      Fluitbas 4’

Mixtuur III-IV                        Sesquialter II                       Bazuin 16’

Trompet 8’                            Cimbel III

                                             Hobo 8’

                                             Schalmei 4’

Bron : G.M.I.Quaedvlieg – Orgeldocumentatie Limburg (Stadsbibliotheek Maastricht)