Joseph
Ga naar de site van de patroonheiligeGa naar site van het gebouw c.q. de parochie
Parochie/kerkgemeente: | St. Joseph |
Dekenaat/kerkverband: | Heerlen |
Soort gebouw: | Parochiekerk |
Plaats: | Heerlerbaan |
Gemeente: | Heerlen |
Adres: | Heerlerbaan 106 |
Postcode: | 6418 CJ Heerlen |
Coördinaten: | x: 197939,29, y: 320044 |
Rijksmonumentennummer: | In 2007 genomineerd voor Rijksmonument |
Kadastrale gegevens: | Heerlen 01 K 05007 |
Bouwpastoor/bouwpredikant: | B. Diederen / G.B.J. Horsman |
Architect(en): | |
Kunstenaar(s): | |
Huidig gebruik: | R.K. Kerk |
Voorzijde. Foto: september 2005
Voor informatie over het Dekenaat Heerlen zie ook http://www.dekenaatheerlen.net/
Ruimtelijke context
De Sint-Josephkerk ligt op een hoek aan de doorgaande weg die Heerlen met Kerkrade verbindt. Aan de zijkant van de kerk ligt een groot grasperk. Voor de kerk ligt een parkeerterrein. Bij de koorpartij staat de voormalige pastorie.
Linkerzijde. Foto: september 2005
Type
Georiënteerde als betonskelet met invulling van Kunraderblok opgetrokken zaalkerk met koortransept. De kerkzaal wordt geflankeerd door processiegangen. Door een zuilengang met de kerk verbonden staat een betonnen campanile. De kerk heeft een centraal bankenplan.
Bouwgeschiedenis
Voorgangster
De kerk van Jos Seelen (Met dank aan Sander van Daal)
In 1917 werd een door Jos Seelen ontworpen neo-romaanse basiliek in Kunradersteen in gebruik genomen. De Kunradersteen werd gekozen, ondanks het feit dat hij duurder was dan baksteen, vanwege het ‘rustige en deftige karakter’. ( Opmerking Al Kerckhoffs: De bouwpastoor wilde graag Kunradersteen. Het kerkbestuur heeft toen in eerste instantie besloten dat de kerk van ringovenstenen gebouwd zou worden. Kunradersteen was 5000,- gulden duurder (bouwkosten toen geraamd op 30.000,-. Aangezien er een bijdrage van 5000,- kwam van de ON-Mijnen is gekozen voor Kunradersteen.)
Gelijk met de kerk verrees een pastorie. In 1923 werd de kerk voltooid, o.a. door de bouw van een klokkentoren. Reeds voor de Tweede Wereldoorlog begon de kerk ernstige scheuren te vertonen vanwege de mijnbouwactiviteiten van de Oranje Naussau I en de Staatsmijn Wilhelmina. Nog voor de Tweede Wereldoorlog werden stalen netten in het schip gehangen om vallend puin op te vangen. Niet veel later werden de gewelven gesloopt en kwam er op de netten een houten plafond. De toren ging steeds meer voorover hangen en stond op het laatst 1.65 meter uit het lood, zodat in 1944 het bovenste deel uit veiligheidsoverwegingen afgebroken moest worden. Gelet op de slechte toestand van het gebouw kerkte de parochie in de kapel van de Vrouwvrouwenschool en het KAJ-gebouw. De oude kerk werd gesloopt na gereedkoming van de nieuwbouw. (Opmerking Al Kerckhoffs: de stenen van de oude kerk zijn gebruikt voor de nieuwe. De sloop en nieuwbouw hebben gelijktijdig plaatsgevonden. Het patronaat is indertijd ingericht als noodkerk.)
Huidige kerk
Foto: Wim Koops
De kerk werd gebouwd onder de pastoors B. Diederen (tot 1 augustus 1957) en pastoor G.B.J. Horsmans (1957-1963). De feitelijke begeleiding van de bouw lag echter in de handen van kapelaan J.W. Janssen, zodat Heerlerbaan geen bouwpastoor, maar een bouwkapelaan had. Gelet op de sterke mijnschade die de oude kerk noodlottig was geworden, werden allerlei voorzorgsmaatregels genomen om herhaling te voorkomen. De mijnbedrijven bouwden versneld de steenkool af onder het bouwterrein om verzakkingen zoveel mogelijk tegen te gaan. Daar hadden de mijnen alle belang bij, omdat zij voor de kosten van de nieuwbouw moesten opdraaien. De nieuwe kerk werd tevens niet dwars op de Heerlerheidestoring, maar parallel daaraan geplaatst. Ir. Heman uit Heerlen ontwierp een constructie, waarbij de diverse onderdelen van de kerk onafhankelijk van elkaar konden bewegen. Met name het dak moest zeer flexibel zijn. Bij de kerk werd door het KNMI een weerstationnetje geplaatst om de weerberichten door te geven. De eerste steen werd gelegd op 27 oktober 1957 door de deken van Heerlen, mgr. Bemelmans. Bemelmans zegende de kerk op 22 deccember 1957 in. Mgr. Moors consecreerde de kerk op 26 juni 1960. De nieuwe Sint-Jozefkerk, die enige overeenkomst had met Fanchamps’ Michaëlkerk te Landgraaf, werd onder coördinatie van pastoor Horsmans ingericht door diverse vooraanstaande kunstenaars. Fanchamps ontwierp het vieringaltaar, Gene Eggen ontwierp in samenspraak met Fanchamps het glasappliqué (motieven uit het leven en de litanie van Sint-Jozef (schip) en motieven van de eucharistie en het leven van Maria (koor)); Charles Eyck tekende voor de kruisweg en de tegeltableaux boven het altaar en de doopkapel; Leo Brom maakte de ambo; Johanna Brom ontwierp het tabernakel; Wim van Hoorn tot slot vervaardigde de reliëfs. Het was de bedoeling, dat de priester ‘ad faciem versus populum’ de mis celebreerde.
Veranderingen
De buitendeuren met hun kunstige handgrepen werden in 1963 geplaatst. Zij werden ontworpen door Charles Eyck. Ondanks de speciale constructie eiste de mijnschade ook van de nieuwe kerk haar tol. De krant berichtte in 1968 dat de kerk ‘op instorten stond’ en dat in allerijl ijzeren spanten onder de betonnen dakspanten gemonteerd moesten worden. In 1982 werd de vloer naast het liturgisch centrum opgehoogd ten behoeve van het zangkoor. Een van de zijaltaren kwam daarbij te vervallen. In de jaren tachting werd het glasappliqué vervangen door onversierd glas in diverse kleuren. In 1992 kreeg de Sint-Josephkapel nieuwe deuren. De dagkapel, die reeds vanaf het begin bestond werd in 1997 opgeknapt.
Literatuur: 40 jaar St Josephparochie 1957 (Kerstmis 1957) en 75 jaar parochie St. Joseph Heerlerbaan, een uitgave bij gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de parochie in 1992.
Exterieur
Linkerzijde met toren. Foto: september 2005
De Josephkerk heeft een in het zichtgelaten betonskelet dat ingevuld is met ruw gehakte blokken Kunradersteen. In de voorgevel, die uit zeven verticale segmenten bestaat, zijn drie terugliggende portalen gebouwd. Elk portaal heeft een dubbele houten deur. Boven de portalen is het muurwerk gevuld met beeldhouwwerk (van Wim van Hoorn). Het gebogen dak is met bitumen afgedekt. Tegen de zijgevels staan de lage, vensterloze processiegangen met daarboven een betonnen luifel op vierkante betonnen pijlers. De luifel is even hoog als de dakrand van het schip, maar heeft een plat dak. De zijwanden van het schip bestaan uit grote glaspartijen in stalen kozijnen. Het schip eindigt in een transept, dat met zijn halfronde dak circa twee meter hoger is. De zijwanden van het transept hebben een plint uit Kunrandersteen met daarboven een betonnen skelet dat met glas in gevuld. De achterwand van het transept is blind. Ter plaatse van het sacramentsaltaar staat een middenrisaliet. De geheel opengewerkte betonnen kerktoren staat, met de kerk verbonden door een zuilengang, op de hoek van de voorgevel. Op elke zijde is een wijzerplaat gemonteerd. De toren heeft een plat dak met daarop een kruis.
Interieur
Zicht op het priesterkoor. Foto: januari 2023
Zicht naar achteren. Foto: januari 2023
De drie buitendeuren in de voorgevel geven toegang tot een langgerekt portaal dat zich over de hele breedte van het schip uitstrekt. Tussen de deuren zijn twee memoriekapellen ingericht met kruisjes van de overledenen. Het portaal en de kapellen zijn sober uitgevoerd: baksteenwanden, als dan niet gepleisterd, betonnen plafonds en vloeren uit leisteen. Vanuit het portaal geven drie houten en van glas voorziene tochtdeuren toegang tot het schip. Boven het portaal is de zangtribune aangebracht. Deze heeft een ijzeren hekwerk. In het interieur is het betonskelet eveneens duidelijk zichtbaar. De uit mergelblokken opgetrokken binnenwanden staan op een bakstenen plint. De mergelblokken hebben drie verschillende diktes. Alle vloeren van de kerk met uitzondering die van het liturgisch centrum zijn belegd met leisteentegels. De halfronde plafonds zijn bekleed met houtwolcementplaten. De banken zijn in vier blokken opgesteld richting het vieringaltaar. Tussen de banken lopen een breed middenpad en twee smallere zijpaden. In de processiegangen staan geen banken. Achter in de kerk zijn vanuit de processiegangen de Sint-Jozefkapel en de doopkapel te betreden. De kapellen hebben een nagenoeg vierkant grondplan en rechte plafonds. Vanuit de doopkapel is een deur die naar de zuilengang leidt, waarmee kerk en campanile verbonden zijn. De processiegangen hebben vlakke plafonds. Zij worden van het schip gescheiden door vierkante betonnen pijlers van het skelet. Het liturgisch centrum bevindt zich in het transept. Een grote betonnen triomfboog markeert de overgang tussen beide delen van de kerk. Het liturgisch centrum verheft zich zes treden boven het vloerniveau van de kerk en is geheel belegd met platen travertijn. Het vieringaltaar staat drie treden hoger en het sacramentsaltaar wederom drie treden. Het sacramentsaltaar staat in een ondiepe rechthoekige nis. De altaarruimte is alleen vanuit het schip te betreden. Ten noorden van het liturgsich centrum staan nog banken, ten zuiden zijn de banken vervangen door stoelen voor het zangkoor. Ter plaatse is de vloer verhoogd en met zwarte tegels belegd. Het transept heeft aan beide zijden tribunes, die via houten spiltrappen bereikbaar zijn. Deuren aan weerszijden van het liturgisch centrum geven toegang tot de dagkapel en sacristie. De dagkapel is een kleine L-vormige ruimte met een tegelvloer, witgestuukte wanden en een wit schrotenplafond.
(Bron: Dr A. Jacobs en Drs. A.A. Wiekart – Kerken na 1940. Inventarisatie en waardenstelling kerkelijke bouwkunst na 1940 –Roermond – Stichting Monumentenhuis Limburg, 2003).
Er zijn inmiddels een aantal veranderingen in de kerk aangebracht. Zo is de ruimte bij de ingang afgescheiden van de kerk. Een gedeelte daarvan een memorie-altaar, een ander gedeelte kantoor. In het kerkgedeelte zijn de laatste rijen banken veranderd in tafels waaraan stoelen staan zodat dat deel van de kerk multifunctioneel bruikbaar is.
Zie ook: http://www.rijckheyt.nl/sjablonen/rijckheyt/pagina.asp?subsite=100&pagina=349
Orgel
Foto: W. Schroeders.
Op het oksaal van de huidige kerk bevindt zich het in 1930 door Pels (Alkmaar) voor de toenmalige kerk gebouwde tweemanuaals orgel. Dit orgel is niet meer intact. Bovendien beschikt de kerk sedert 1982 over een koororgel van Verschueren Orgelbouw (Heythuyzen), geplaatst rechts van het priesterkoor.
Heerlerbaan – Sint-Joseph (hoofdorgel)
- nadere gegevens niet voorhanden –
idem – (koororgel)
Hoofdwerk Positief Pedaal
Prestant 8’ Bourdon 8’ Subbas 16’
Bourdon 8’ Roerfluit 4’
Octaaf 4’ Cornet D III
Quint 3’
Octaaf 2’
Mixtuur III
Bron: G.M.I.Quaedvlieg – Orgeldocumentatie Limburg (Stadsbibliotheek Maastricht).
Glas-appliqué, Zef Drummen, 1958. Non-figuratieve voorstellingen. Geen foto voorhanden.
Hekwerk, ijzer, brons, Zef Drummen, 1958. De spijlen van het hekwerk vormen rechthoeken die door bronzen rozetten met elkaar verbonden zijn. Geen foto voorhanden.
Zijaltaar, brons, 1958. Twee stipes met daarop een mensa. In het transept. Geen foto beschikbaar
Tabernakel, geelkoper, Zef Drummen, XXc. In de dagkapel. Geen foto beschikbaar
Sacramentsaltaar, brons, 1958. Zandlopermodel. Geen foto beschikbaar.