H. Drievuldigheid
Ga naar site van het gebouw c.q. de parochieParochie/kerkgemeente: | Parochies Heerlen Noord |
Dekenaat/kerkverband: | Heerlen |
Soort gebouw: | Voormalige parochiekerk |
Plaats: | Heerlen |
Gemeente: | Heerlen |
Wijk: | Schaesbergerveld |
Adres: | Venlostraat 1 |
Postcode: | 6415 CD |
Coördinaten: | x: 197493,69, y: 322862,15 |
Kadastrale gegevens: | Heerlen 01 M 00740 G |
Bouwpastoor/bouwpredikant: | J.W.J. Akkers |
Architect(en): | |
Kunstenaar(s): | |
Huidig gebruik: | Sinds 1-1-2005 aan de eredienst onttrokken |
Voor informatie over het Dekenaat Heerlen zie ook http://www.dekenaatheerlen.net/
Ruimtelijke context
De Drievuldigheidskerk staat centraal in een wijk uit de Wederopbouwperiode langs een doorgaande weg, op een verhoging in het landschap. Rondom de kerk liggen winkels, evenals aan de nabijgelegen kruising. Hoewel scholen en buurthuis in de nabijheid liggen, is er geen sprake van een herkenbaar kerkeiland.
Type
De niet-georiënteerde pseudo-kruisbasilica heeft een verhoogd zadeldak op het priesterkoor en is opgetrokken in baksteen met rechte vensters en een met segmentbogen uitgemetselde frontgevel. De axiale opstelling wordt doorsneden door een middenpad.
Bouwgeschiedenis
Noodkerk
De nieuw te stichten parochie moest het tot de ingebruikname van de gymnastiekzaal van de Katholieke Kweekschool in 1954 als noodkerk stellen met missen in de kerk van de moederparochie, de H. Panchratiuskerk. De parochie bestond uit een deel van de moederparochie en een groot stuk nieuwbouw.
Huidige kerk
J. Akkers was inmiddels aangesteld om tot bouwpastoor te gaan functioneren en hij zocht Eugène Hoen uit Maastricht aan als architect. In 1953 werd hij aangesteld. Bij de plannen had Hoen een permanent geopende Barbarakapel bedacht in de campanile, wat in de mijnstreek niet zo gek is. Maar geldgebrek deed het plan niet doorgaan. De eerste steen werd op 2 mei 1954 door deken Bemelmans gelegd. Opvallend was, dat de doopkapel aan de zuidzijde van de kerk werd gebouwd. Op 24 december 1954 werd de kerk door Bemelmans in gebruik genomen, de consecratie volgde in september 1959. De torenplannen bleven bestaan, maar de uitvoering werd in 1961 tegengehouden, omdat het bouwvolume voor dat jaar en het komende jaar inmiddels door het bisdom vergeven was. Dat betekende het einde van de plannen.
Veranderingen
In 1979 werd een ijzeren hekwerk geplaatst ter afsluiting van de narthex, wegens ‘... vernielingen en ontucht der jeugdigen.´ Rond 1980 werd het dak bekleed met shingles. Het gevolg was een zeer slechte staat van het dak in 1991. Maar na de aardbeving in 1992 kon van een groot gedeelte van de schade aan het dak niet worden aangetoond, dat zij van voor de aardbeving was. Als gevolg daarvan kon het dak op conto van de aardbevingschade in 1994 worden hersteld. Vervolgens werd het dak bedekt met asfaltpapier. In 1981 werd de kinderkapel ingericht tot dagkapel. Hiervoor moest het zijaltaar wijken en kwam een afscheiding door gordijnen met het priesterkoor.
Sinds 1-1-2005 is de kerk aan de eredienst onttrokken. Momenteel (november 2005) wordt overlegd over een passende herbestemming.
Exterieur
Foto: Sander van Daal
De in wild verband gemetselde bakstenen kerk ligt onder een met asfaltpapier bekleed zadeldak. De zijbeuken zijn gedekt door lezenaarsdaken en hebben, net als de overige daken, mastgoten. Langs de goten is een zaagtandfries uitgemetseld. De pseudo-transepten liggen onder een schilddak. De puntgevel aan de ingangszijde heeft natuurstenen rollagen met een ijzeren kruis en wordt door vijf segmentbogen doorbroken. In de centrale nis, die hoger is dan de andere, is een vensters geplaatst met een betonnen roedeverdeling. In de drie middelste nissen is onder een reliëf en een latei de narthex geopend, met daarin de toegangsdeuren tot de kerk. De zijgevels zijn in de lichtbeuk geopend met rechte vensters, de zijbeuken worden van licht voorzien door vierkante vensters. Rechts van de ingang, voor de zijbeuk, staat een vierkante doopkapel onder een koperen tentdak. Langs de bovenzijde van de muur zijn witte stenen ingemetseld. Licht treedt binnen door rechthoekige vensters. De pseudo-transeptramen zijn even hoog als de zijbeuken en worden van licht voorzien door vierkante vensters. De linkerarm is bereikbaar door een toegangsdeur met een brede uitgemetselde lijst. De rechterarm bevat de sacristie en is verbonden door een gang met de pastorie. Het priesterkoor is verhoogd en ligt onder een zadeldak. Op het dak staat een ijzeren kruis met een bol. Aan weerszijden zijn de muren doorbroken door vierkante vensters. De topgevel aan de achterzijde is op de uiteinden voorzien van een tuitstuk. Tegen de gevel staat een halfronde absis met een kegeldak en dezelfde ingemetselde stenen als de doopkapel.
Interieur
Zicht op het priesterkoor
Zicht op de zangtribune
De kerk wordt vanuit de narthex betreden onder de overstekende zangtribune. De zij-ingangen komen eveneens in het schip uit, via tochtportalen. De vloeren zijn bekleed met marmerbreuksteentegels, de muren zijn in wild verband opgemetseld. Het cassetteplafond is monochroom geschilderd. De zijbeuken zijn afgescheiden door betonnen zuilen met een rond kapiteel, die een zware betonnen geprofileerde latei ondersteunen. De zijbeuken hebben een open dakstoel en zijn aan de koorzijde geopend. Aan de rechterzijde wordt hier een donkere ruimte betreden, die voor de toegang tot de sacristie ligt. Aan de linkerzijde wordt de voormalige kinderkapel bereikt. Licht treedt binnen door een segmentboogvenster boven de zangtribune en door rechte vensters in de lichtbeuk. Tevens zijn de zijbeuken geopend door vierkante vensters.
Het priesterkoor is afgescheiden door een verhoogde vloer, met ambones terzijde van de trappen. Hierboven staat een triomfboog, die is opgebouwd uit een segmentboog op twee zuilen. Aan weerszijden van de segmentboog overspant een latei de ruimte tussen de zuil en de muur. De cassetteplafond is op het koor hoger dan in het schip Aan weerszijden van het koor laten drie vierkante vensters licht toe. Daaronder geven segmentbogen op zuilen toegang tot de ruimte voor de sacristie en de voormalige kinderkapel. Bij de laatste is een gordijn gespannen. Centraal op het koor ligt een supedaneum met een vieringaltaar. In de overkluisde absis, die met een segmentboog is afgewerkt, ligt een predella met een sacramentsaltaar. In de voormalige kinderkapel is de dagkapel ingericht. Deze ruimte wordt aan drie zijden verlicht door vensters. Ook hier is een cassetteplafond. De ruimte wordt achterin betreden en is voorzien van een gangpad, dat langs de muur loopt en met zuilen van de kapel is afgescheiden.
(Bron: Dr A. Jacobs en Drs. A.A. Wiekart – Kerken na 1940. Inventarisatie en waardenstelling kerkelijke bouwkunst na 1940 –Roermond – Stichting Monumentenhuis Limburg, 2003)
Orgel
Het orgel staat nu in de kerk Verschijning van de Onbevlekte Maagd op de Molenberg.
Glas-in-lood, E. Laudy, 1955. Centraal is een palmboom afgebeeld, die wordt omringd door een rode band, waarmee een tuin wordt gesuggereerd. Vanuit de palmboom lopen vier stromen naar de hoeken, waarin tevens vissen zijn afgebeeld. In de overige ruimte zijn bloemen afgebeeld. In de deuren van de doopkapel. Afgebeeld zijn de vier paradijsstromen.
Doopvont, brons, XXc. Op een conische voet staat een stam. Hierop rust de omgekeerd kegelvomrige cuppa, die met een iets ingesnoerd kegelvormig deksel is afgesloten. Op het deksel staan een duif en de tekst: HERBOREN + UIT + WATER + EN + DE + H. GEEST. In de dagkapel
Mozaïek, E. Laudy, 1962. Op vier poorten, die met elkaar verbonden zijn door gestileerde muren, staan telkens drie engelen. In de absis. Geschonken door een parochiaan bij gelegenheid van het 25-jarig priesterschap van J. Akkers.
Tabernakel, XXc. In mozaïek zijn een kruis, een anker en een hart op de deuren aangebracht. In dezelfde kleurstelling als het mozaïek