O.L. Vrouw van Lourdes
Ga naar site van het gebouw c.q. de parochieParochie/kerkgemeente: | O.L.Vrouw van Lourdes, Guliëlmus en H. Familie |
Dekenaat/kerkverband: | Maastricht |
Plaats: | Wittevrouwenveld |
Gemeente: | Maastricht |
Adres: | President Rooseveltlaan 211 |
Postcode: | 6224 CP |
Coördinaten: | x: 177923, y: 318094 |
Rijksmonumentennummer: | 506680 Code: 6224CP-00215-01 |
Kadastrale gegevens: | Maastricht G 4702 |
Architect(en): | |
Kunstenaar(s): | |
Huidig gebruik: | R.K. Kerk |
Foto: januari 2006
Redengevende omschrijving Rijksdienst voor de Monumentenzorg
Inleiding
R.K. KERK ONZE LIEVE VROUW VAN LOURDES gebouwd in 1937-1938, 1941, in oud-christelijke basilicavorm, in opdracht van bouwpastoor J. Jacobs van de Parochie Onze Lieve Vrouw van Lourdes, naar ontwerp van architect F.P.J. Peutz te Heerlen. De bouw werd gerealiseerd door aannemersbedrijf Gebrs. Bronswaer te Maastricht. Narthex en toren werden als laatste gerealiseerd.
Omschrijving
Foto: januari 2006
Rechterzijde
Kerk in de vorm van een vroeg-christelijke basilica op kruisvormigeplattegrond, met toren, narthex en Mariakapel aan de westzijde, een sacristie in het verlengde van de zuidoostelijke kruisarm en een ronde absis. Optrek van mergel, op een basis van Kunrader steen. Kopgevels met hardstenen afdekking, hardstenen dorpels. Kerkschip onder zadeldak, verzonken achter kopgevels. Zijbeuken en narthex onder lessenaarsdaken, verzonken achter kopgevels. Asymmetrische zadeldaken met schoorstenen op de transepten. Ronde absis met samengesteld dak. Kapel aan de zuidwestzijde en sacristie aan de zuidoostzijde voorzien van gewelfde tentdaken. Holle en bolle pannen. Torenspits van koper met nokkruis. Koperen hemelwaterafvoer, waterspuwers in het muurvlak van het transept en lichtbeuken. Rondboogvormige stalen vensters, ronde stalen vensters in het schip. Rondboogvormige houten paneeldeuren met beslag en authentiek hang- en sluitwerk. Verticale dubbele vensterreeks met vier vensters in de transeptarmen, respectievelijk boven een risalerende zijingang en boven een verbindingsgang met de sacristie. Rondboogvormige galmgaten in de toren, met tussenzuilen. Kerkschip onder zadeldak, met lisenen in de buitengevels, nokkruis op de kopgevel. Asymmetrische transepten met steile, hoogoplopende steunberen in het muurvlak van het transept. Sacristie aan de zuidzijde via een bouwvolume van een laag onder plat verbonden met het zuidertransept. Aan de westzijde, tussen toren en zijkapel, bevindt zich een Mariabeeld geplaatst op de plint in de afgeschuinde hoek van de zijkapel. De kerk wordt omgeven door een erfafscheiding van Kunrader steen.
Zicht op het priesterkoor. Foto: Harry Vrancken, augustus 2010
Zicht op het oksaal. Foto: Harry Vrancken, augustus 2010
Zuidzijde met de ramen van Jos Eggen (1956). Foto: Harry Vrancken, augustus 2010
In het INTERIEUR bevinden zich vlakke houten gewelven, rustend op hardstenen consoles, in de zijbeuken enigszins hellend. Het kerkschip wordt aan elke zijde gedragen door drie bogen met grote overspanning. Zwarte hardstenen vloer. Halfrond, witmarmeren altaar. Doopkapel met koepelgewelf op de begane grond van de toren, hardstenen doopvont met koperen deksel uit 1950, geplaatst in een achthoekig verzonken bassin met traptreden. Verder zijn onder meer van belang de restanten van het oorspronkelijk meubilair in de zijbeuken, naar ontwerp van architect Peutz; de gebrandschilderde ramen van H. Schoonbrood (absis, 1960), J. Nicolas (kruisarmen, zijbeuken, 1960), Jos Eggen (zijbeuken, 1960), Eugène Laudy (doopkapel, westgevel 1960), Frans Slijpen (Mariakapel, 1960); mozaïek in de noordelijke kruisarm, Pater de Kort, 1960; eikehouten preekstoel, XIXA; houten reliëfs XIXb, met afbeeldingen van Emmausgangers, hogepriester en toonbroden; houten beeld van Maria met kind, ca. 1900; houten beeldengroep voorstellend de rozenregen van Teresia van Lisieux, 1900; houten beeld OLV van Lourdes, XX; zandstenen beeld Gemma Galgani, XX; missiekruis, 1927; sacramentsaltaar 1958; Maria-altaar, met mozaïek, 1960. Mechanisch torenuurwerk, Th. Hogen, is buiten gebruik gesteld.
Waardering
De R.K. Kerk OLV van Lourdes is van cultuurhistorisch belang als een bijzondere uitdrukking van een geestelijke en typologische ontwikkeling. De architectuurhistorische waarden worden bepaald door de bouwstijl, de betrokkenheid van architect Peutz, de hoogwaardige esthetische kwaliteit, het bijzondere materiaalgebruik, het vrijwel ontbreken van ornamentiek en de bijzondere samenhang tussen exterieur en interieur. De kerk is vanwege de situering verbonden met de ontwikkeling en uitbreiding van de stad en van groot belang voor het aanzien van stad en wijk. De kerk is in hoge mate gaaf gebleven en is eveneens van belang in relatie tot de visuele gaafheid van de stedelijke omgeving. Bovendien beschikt het kerkgebouw over een redelijke mate van architectuurhistorische en typologische zeldzaamheid. (Datum: 06-02 1997).
KORTE VOORGESCHIEDENIS
De architect Frederikus Petrus Josephus Peutz werd op 7 april 1896 geboren in het Groningse Uithuizen. Na de Hogere Burgerschool in het internaat van Rolduc te hebben doorlopen studeerde hij onder meer bouwkunde in Delft, waarna hij in 1920 te Heerlen een architectenbureau begon. Op 17 juni 1924 trouwde Frits Peutz in de houten kerk van het Wittevrouwenveld met Leonie Julie Isabelle Tissen. Dit huwelijk was het begin van een lange relatie tussen Peutz en het Wittevrouwenveld.
De Theresiaschool was het eerste van een reeks gebouwen die Peutz voor en in de parochie zou ontwerpen. Behalve de school ontwierp hij in 1930 ook een café met woning op de hoek Frankenstraat Eburonenweg. Drie jaar later volgden ontwerpen voor vier woningen aan de Frankenstraat 167-173 en voor 11 't Sonnehuys" aan de Scharnerweg 104 van de familie Swaen.
Ontstaansgeschiedenis van de kerk
'Hoe kunt u zo'n grote en zware taak leggen op de schouders van zo'n klein pastoortje.'
Zo reageerde pastoor J. Jacobs, toen de bisschop van Roermond, mgr. Schrijnen hem op 29 september 1923 opdroeg een nieuwe parochie in Wittevrouwenveld te stichten. Pastoor Jacobs kocht in Rotterdam een houten noodkerk die in twee scheepsladingen naar Maastricht werd gevaren. Deken Receveur van Wyck zegende de noodkerk in op palmzondag 1924. Pastoor Jacobs had bij het storten van de betonnen fundering persoonlijk achter de kruiwagen gelopen.
In 1933 kwam in Berg en Terblijt een kerk gereed, ontworpen door architect Frits Peutz. Zo’n kerk, opgetrokken met mergel en Kunrader steen, wilde pastoor Jacobs ook maar dan in het groot. In mei 1936 had de aanbesteding plaats van de nieuwe kerk, ontworpen door Peutz. Peutz die later in Heerlen naam zal maken met o.a. ‘Het Glaspaleis’ van Schunk, het gemeente huis van Heerlen met de zwevende trap en de vele kerken die hij zal ontwerpen, heeft zich voor de OLV van Lourdes laten inspireren door de Apollinare in Classe in Ravenna, Italia. Bouwmaterialen: Sibbermergel en Kunradersteen voor het basement. Voor fl. 76.663 werd de bouw gegund aan de Gebr. Bronswaer. Mgr. Lemmens legde op 26 februari 1937 de eerste steen en een jaar later, op 14 april (Witte Donderdag) 1938, zegende pastoor Jacobs de kerk van Wittevrouwenveld in, toegewijd aan Onze Lieve Vrouw van Lourdes.
Exterieur
Kenmerkend voor het uitgevoerde plan is de grote soberheid. De kerk bestaat uit een middenschip met relatief lage zijbeuken, een transept (kruisarmen) en een halfronde absis (priesterkoor). Aan de westzijde bevinden zich een narthex (portaal), een Mariakapel en een vierkante toren, die iets gedraaid ligt ten opzichte van de kerk. Medio 1936 vond de aanbesteding van de kerk plaats. De opdracht werd gegund aan de Gebroeders Bronswaer uit Maastricht.
Zowel het exterieur als het interieur van de kerk kennen nauwelijks versieringen buiten de overal aanwezige boogvormen van ramen en andere openingen (zie aanzicht rechterzijgevel zuid).
De vier middenzuiltjes in de klokkengaten zijn het voornaamste architectonisch sierende element. Des te sterker wordt daardoor duidelijk, dat het om een kerkgebouw gaat en de toren geen watertoren is. Het kruis op de top van de voorgevel is daarom slechts een nauwelijks bewerkte blok hardsteen, die men gemakkelijk over het hoofd ziet.
Het beeld van Onze Lieve Vrouw van Lourdes is naar de stijl van bouwmeester Berlage niet aan, maar in de rechterhoek van de westgevel (Mariakapel) geplaatst en wekt de indruk uit de muur te zijn gekapt. Voor het overige kent het exterieur alleen nog een eenvoudige versiering boven de zuidwestelijke ingang, omdat aan die kant de toren niet zichtbaar is.
Interieur
De steeds terugkerende boogvorm maakt het interieur tot een overtuigende ruimte, waarbij het licht als sierend element opgevat kan worden. De ramen vervullen tevens een functie als middel om de blik naar het belangrijkste deel van de kerk te leiden. Hieraan wordt bij donker weer afbreuk gedaan sinds de ramen rond 1960 werden gebrandschilderd. Het schip is met 22 ramen relatief het donkerst.
Het transept wordt niet alleen geaccentueerd door een hoge boogvormige opening, maar ontvangt tevens licht uit achttien ramen in de kruisarmen.
De absis is duidelijk het lichtste gedeelte door twee grote ramen aan de zijkant en het overwegend witte marmer van priesterkoor en hoofdaltaar. In de rechter zijbeuk (zuidzijde) is in 1995 de Emmaüs-kapel ingericht. Hierbij is het de bedoeling in het geheel van het kerkgebouw op een verantwoorde wijze een ruimte te maken waar alle betrokkenen bij de vieringen, priester, koor, overige deelnemers, als het ware binnen elkaars handbereik zijn, hetgeen vooral bij vieringen met een kleiner aantal bezoekers heel prettig is. De verbinding met de grote ruimte van de kerk is bewust in stand gebleven.
DE INVENTARIS
DE PREEKSTOEL
De fraaie neo-renaissancistische preekstoel in eikenhout stamt uit de noodkerk. Voet en stam hebben de vorm van een grote vaas. Op de ronde kuip bevinden zich reliëfs van de vier evangelisten en aan de onderzijde van het klankbord zien we de Geestes-duif in een stralenkrans.
DE BEELDEN
Ook vier nog in de kerk aanwezige beelden komen uit de noodkerk. Het geverfde houten beeld van Onze Lieve Vrouw van Lourdes stond daarin op het rechter zijaltaar. Het is afkomstig van een gulle gever uit Geulle en werd geïnstalleerd op 11 februari 1925. Sinds het gereedkomen van de Mariakapel in 1941 vindt het daar zijn plaats. (1)
De beeldengroep achter in de kerk (2), voorstellende de rozenregen van de heilige Theresia van Lisieux, is van geverfd en verguld hout en werd in de noodkerk geplaatst in 1925 bij gelegenheid van haar heiligverklaring.
Bij het samengaan van de parochies Heilige Familie en Onze Lieve Vrouw van Lourdes in 1997 hebben een drietal beelden uit de kerk van de Heilige Familie een plaats gekregen in onze kerk. Het betreft hier een Piëtà uit München uit ca. 1900 (3) ; een kruisbeeld van metaal met vier glasstenen uit 1970 (4) ; en een email voorstellend "Onze Lieve Vrouw de la strada" van J . Frederix (copie) uit ca. 1970 (5).
DE KRUISWEGSTATIES
De huidige kruiswegstaties op hardboard van C. Alberdingk zijn in circa1935 vervaardigd in de ateliers van de N.V. Kunstwerkplaatsen Cuypers en Co in Roermond.
HET MARIA-ALTAAR
Het mozaiek op de achtergrond van het Marïa-altaar in de noordelijke kruisbeuk (6) is ontworpen door Pater De Kort (1960). Het stelt Onze Lieve Vrouw van de Wonderdadige Medaïlle en de Verdrijving uit het Paradijs voor. Volgens critici toen en nu past het niet bij deze kerk, hoe fraai het op zichzelf ook is.
DE GEBRANDSCHILDERDE RAMEN
De acht gebrandschilderde ramen in de noordelijke kruisbeuk (7), met taferelen uit het leven van de Heilige Maagd, zijn in 1960 vervaardigd door de internationaal vermaarde glazenier Joep Nicolas. Hij maakte toen ook de pendant hiervan, de Sint-Jozeframen in de zuidelijke kruisbeuk (8) en tevens vier ramen in de noordelijke zijbeuk (9) en twee in de zuidelijke (1 0). Laatstgenoemde laten thema's uit het leven van Jezus zien, evenals de drie ramen in de zuidelijke zijbeuk uit 1956 van de hand van Jos Eggen (11).
De overige gebrandschilderde ramen zijn alle in 1960 tot stand gekomen.
Harrie Schoonbrood is verantwoordelijk voor de zijramen van de absis met voorstellingen die betrekking hebben op de Heilige Eucharistie (12).
Eugene Laudy verbeeldde boven het oksaal het laatste oordeel (13), in de doopkapel de Doop in de Jordaan en de Verrijzenis van Christus (14) en in het portaal de Bruiloft van Kana, de Genezing van een Lamme en de Paasmorgen bij het Graf (15).
Het raam in de westgevel van de Mariakapel is van Frans. Sleijpen en stelt dood, hemelvaart en kroning van Maria voor (16).Het niet gesigneerde raam in de zuidgevel van de kapel, met afbeelding van de verschijning van Maria aan Bernadette, wordt in de inventaris van het bisdom met een vraagteken toegeschreven aan Jos Eggen. De vormen wijzen eerder in de richting van Frans Sleijpen (17).
HET SINT JOZEF-ALTAAR
Pastoor W.Widdershoven (1964-1983) wist voor het middenschip de eikenhouten banken te verwerven van de voormalige Sint-Jozefparochie uit de Augustijnerkerk. Door zijn toedoen kreeg het Sint-Jozefaltaar in de noordelijke kruisbeuk in 1969 een passende bekroning door een Jozef-reliëf in hout van Kurt Preuss (18). Deze amateur-kunstenaar uit de Selfkant was oorlogsslachtoffer en beeldde Sint Jozef af met in zijn linkerhand een doornenkroon. Door een engel geleid beschermt hij Maria en het Kind te midden van een groep cynici en een groep gelovigen.
DE ORGELS
Het huidige grote orgel (het tweede in de geschiedenis van de kerk) werd geschonken door het Burgerlijk Armbestuur, dat er na de sluiting van de kapel van Calvariënberg in 1976 geen bestemming voor had. Het was in 1906 voor die kapel gebouwd door E. Kerkhoff uit Brussel. Orgelbouwer Verscheuren uit Heythuysen restaureerde het in 1956. Zijn broer uit Tongeren nam de restauratie op zich ten behoeve van de kerk van Onze Lieve Vrouw van Lourdes. Het werd ingewijd op 8 mei 1982.
In 1998 is tevens een fraai "kistorgel" aangeschaft dat vooral gebruikt wordt bij vieringen in de Emmaüskapel. Dit orgel is gebouwd door W. van Dijkhuizen uit Rijssen.
N.B. Voor een zeer groot deel zijn de gegevens ontleend aan het boekje: "Wittevrouwenveld" van J.Luijten, een uitgave van de Stichting Historische Reeks. Maastricht, 1989, deel 28 in de reeks Maastrichts Silhouet. 10 september 1998.
Orgel
Deze kerk kreeg in 1939 de beschikking over het in 1843 door Mennes en Preuninger voor de hervormde kerk te Westkapelle gebouwde orgel; sedert 1985 bevindt het zich in de kerk van O.L.Vrouw Visitatie te Velp; Verschueren (Tongeren, B) plaatste in 1982 in de kerk het in 1906 door Kerkhoff (Brussel, B) voor het tehuis “Calvarienberg” te Maastricht gebouwde orgel; het werd bij die gelegenheid uitgebreid.
Hoofdwerk Positief Pedaal
Prestant 8’ Salicionaal 8’ Subbas 16’
Nachthoorn 8’ Roerfluit 8’ Gedektbas 8’
Octaaf 4’ Baarpijp 4’ Octaafbas 8’
Fluit 4’ Blokfluit 2’ Koraalbas 4’
Octaaf 2’ Sesquialter II-III Trompet 8’
Mixtuur III-IV Kromhoorn 8’
Trompet 8’
Bron : G.M.I.Quaedvlieg – Orgeldocumentatie Limburg (Stadsbibliotheek Maastricht)