Willibrordus
Ga naar de site van de patroonheiligeParochie/kerkgemeente: | H. Willibrordus |
Dekenaat/kerkverband: | Weert |
Soort gebouw: | Parochiekerk |
Plaats: | Stramproy |
Gemeente: | Weert |
Adres: | Kerkplein 1 |
Postcode: | 6039 GH |
Coördinaten: | x: 178574, y: 356011 |
Rijksmonumentennummer: | 527323 Code: 6039GH-00001-02 en 34917 Code: 6039GH-00001-01 |
Kadastrale gegevens: | Stramproy D 4324 |
Architect(en): | |
Kunstenaar(s): | |
Huidig gebruik: | R.K. Kerk |
Foto: Luc Jakobs, november 2006
Redengevende omschrijving Rijksdienst voor de Monumentenzorg
Inleiding
De rooms-katholieke PAROCHIEKERK Heilige Willibrordus, waarvan de mergelstenen (oude) toren en een groot deel van de inventaris reeds van rijkswege bescherming genieten onder monumentnummer 34917, is gesitueerd in de kern van Stramproy aan de doorgaande weg en heeft een groot voorplein waaraan verscheidene winkels zijn gelegen. Links naast de kerk ligt de voormalige pastorie welke niet meer als zodanig in gebruik is. De kerk werd gebouwd in 1923 op de plaats van de oude kerk, die te klein was geworden, in de stijl van het Traditionalisme naar ontwerp van architect C. Franssen uit Roermond. De oude toren, daterend uit de vijftiende eeuw, bleef staan. Aannemer G. Krekelberg uit Maasbracht voerde het werk uit voor fl 110.850,-. Op dezelfde locatie hebben in de loop der eeuwen diverse kerken gelegen. In 1299 bestond in Stramproy al een hulpkerk van de parochiekerk Thorn welke in 1583 tot parochiekerk werd verheven.
Omschrijving
Foto: Luc Jakobs, november 2006
Georiënteerde, driebeukige kruiskerk van het basicale type met twee westtorens onder zadel- en tentdaken. Aan weerszijden in de dakschilden van de kruisarmen bevinden zich twee aankappende dakkapellen onder zadeldak bekroond met een smeedijzeren piron. De daken zijn gedekt met blokleien in Maasdekking. Mastgoten zorgen voor de afwatering. Het gebouw heeft een opstand van baksteen met metselwerk in kruisverband en wordt verlevendigd door de toepassing van siermetselwerk in de vorm van een trapsgewijze tand onder de dakrand en vlechtingen in de topgevels. De gemetselde plint wordt aan de bovenzijde afgesloten door een gecementeerde waterlijst. De spitsboogvormige vensters hebben gecementeerde vensterdorpels, met daaronder een gecementeerde waterlijst. Op de vier kopgevels van schip en kruisarmen bevinden zich gemetselde toppilasters. De voorgevel van het schip heeft in de eerste bouwlaag een dubbele houten deur, met gecementeerde trap, waarboven een gecementeerde latei met een gestucte decoratie in het spitsboogvormige vulstuk. De deur wordt geflankeerd door twee smalle lancetvensters met smeedijzeren traliewerk ervoor. In de zijgevels van het schip bevinden zich aan weerszijden drie ronde vensters. De achtergevel van het schip heeft boven de absidiale uitbouw een ingemetseld kruis. De kopgevels van de kruisarmen hebben drie geschakelde lancetvensters en een topgevelvenster. Ook in de kruisarmen bevinden zich in beide zijgevels twee ronde vensters. Aan weerszijden van het schip bevinden zich de zijbeuken in de vorm van twee lage aankappende uitbouwen, gescheiden door een zich verjongende steunbeer, onder tentdaken met smeedijzeren piron. Deze uitbouwen, alsmede de zijkapellen, hebben elk drie geschakelde lancetvensters, met uitzondering van de rechteruitbouw in de linkerzijgevel waarin zich een tuitgevelachtige entree onder zadeldak bevindt met teruggelegen dubbele houten deur en spitsboogvormig bovenlicht. Op de kopgevel van de rechter kruisarm bevindt zich een sacristie-uitbouw onder aankappend zadeldak. In de voorgevel van de sacristie bevindt zich centraal uitspringende entree onder zadeldak met een houten deur met smeedijzeren beslag onder kunststenen latei en trap. Rechts van de deur en in de topgevel bevinden zich twee vierkanten vensters met roedenverdeling. In de achtergevel bevindt zich een kruisvenster en een topgevelvenster. In de rechterzijgevel bevinden zich twee vierkanten kruisvensters. Aan het priesterkoor grenst een 5/8 absidiale sluiting met vijf lancetvensters en onder het vijfhoekig aankappend tentdak vijf keer drie lancetvensters. Aan weerszijden van het priesterkoor, in de oksels van het schip en linker- en rechter kruisarm, bevinden zich twee kapellen (Mariakapel en Sint Jozefkapel) met een 5/8 absidiale sluiting met vijf lancetvensters onder tentdaken en vijfhoekige aankappende tentdaken, bekroond met een smeedijzeren piron. In de oksels van schip en zijbeuken bevinden zich de beide westtorens met ingesnoerde torenspits, bekroond met smeedijzeren kruizen een vergulde bol op de kleine toren en een windvaan op de oude toren. De oude toren, waarop al een bescherming rust, heeft een opstand van mergelsteen en is horizontaal geleed door middel van hardstenen waterlijsten. Onder de dakrand bevinden zich in drie geveldelen twee galmgaten. In de rechterzijgevel van de toren zijn de galmgaten dichtgezet. In de voorgevel van de toren bevindt zich een dubbele houten deur onder hardstenen omlijsting. In het dakschild van de voor- en zijgevel bevindt zich een kerkklok. Boven de deur bevindt zich een smal venster. In de gevels bevinden zich muurankers. De kleinere en smallere toren uit de bouwperiode van de kerk heeft een opstand van metselwerk met baksteen in kruisverband. Onder de dakrand bevinden zich in elke gevel twee galmgaten. Tevens bevinden zich op een lager niveau in voor- en rechterzijgevel twee smalle vensters.
De kerk heeft een gedetailleerd interieur en rijke inventaris. De wanden zijn opgetrokken in schoon metselwerk met toepassing van groen en gele geglazuurde baksteen als lambrisering waarboven gele baksteen die overgaat in geel pleisterwerk. Het middenschip en de zijschepen worden geleed door een reeks spitsboogvormige gordelbogen, rustend op zuilen met een hardstenen basement en groene en gele geglazuurde bakstenen, waarin zich aan de schipzijde spitsboogvormige nissen bevinden met daarin diverse beelden. Het oksaal rust op twee vierkanten bakstenen zuilen. Tussen de gordelbogen bevinden zich kruisgewelven. De viering is overkluisd met een hangkoepel. In het muurwerk aan weerzijden van het altaar opent een spitsboog naar respectievelijk de Sint Jozef en de Mariakapel. Er ligt een, gedeeltelijk vernieuwde, hardstenen vloer. De kerkbanken staan op een houten vloer. In de kerk is een rijke (en ten dele reeds van rijkswege beschermde) inventaris bewaard gebleven die deels nog afkomstig is uit de voormalige kerk. Van belang zijn onder andere: een preekstoel van 1846; doopvont (1848); twee biechtstoelen (ca. 1841); kerkbanken (ca. 1500). Ook telt de kerk diverse beelden die van belang zijn: H. Johannes de Doper (XVIa); H. Catharina (XVIIIB), Pieta (XVII); H. Lucia (XVIIId); twee adoranten (XVIII); klein kruisbeeld (XVIII); Annatrits (XIXA); Antonius Abt (XVIa); H. Rochus (XVIIIc); H. Anna te Drieën (XVIIId), H. Willibrordus (XIXc); H. Donatus (1880); H. Ambrosius (1849); H. Antonius van Padua (1861); H. Ursula (1873); H. Appolonia (1874); H. Jozef (1877); Onze Lieve Vrouw (1877); H. Fransciscus van Assisi (1889); H. Gerardus (XXb); diverse neogotische gebrandschilderde ramen, waarschijnlijk vervaardigd door W. Derix, uit Kevelaer in de periode 1900-1922. Een deel van de gebrandschilderde ramen is vernieuwd door Max Weiss in de periode 1957-1962. Tenslotte bevindt zich op het kerkhof een grafkruis uit 1614.
Waardering
De rooms-katholieke parochiekerk "Heilige Willibrordus' is van algemeen belang. Het object heeft cultuurhistorische waarden als bijzondere uitdrukking van de ontwikkeling en emancipatie van het rooms-katholicisme aan het begin van de twintigste eeuw. Daarnaast vanwege de historische continuïteit daar het object een religieuze ontwikkeling continueert die zich op deze locatie middels gebouwen voor de eredienst al eeuwenlang heeft gemanifesteerd. De kerk is van belang voor de typologische ontwikkeling van dorpskerken in het Limburgse Peelgebied. Het object heeft architectuurhistorische waarden. Vanwege de architectonische elementen, zoals hoofdopzet, de mergelstenen toren (welke reeds een van rijkswege bescherming heeft) en diverse typen overwelvingen, is het object van bijzonder belang voor de architectuurgeschiedenis. Verder is het object van belang vanwege de esthetische kwaliteit van het gedetailleerde interieur met het metselwerk in geglazuurde bakstenen en de kwalitatief hoogwaardige inventaris (ten dele reeds van rijkswege bescherming). Het object heeft ensemblewaarden als beeldbepalend onderdeel van de markt te Stramproy. Het is van belang vanwege de gaafheid van in- en exterieur en met name de inventaris. Het object heeft zeldzaamheidswaarde vanwege typologie, de mergelstenen toren en binnen het oeuvre van architect Caspar Franssen. (Datum: 31-10-2003).
Onder nr. 34917 staat: St. Willibrorduskerk. Mergelstenen toren, XVI, met hoge spits. In de kerk (van na 1925) een preekstoel van 1846; houten beelden; H. Antonius Abt, ca. 1500, H. Johannes de Dooper, XVII ?, H. Catharina, XVII ?, kleine pieta XVII. H. Lucia, XVIII, twee adoranten, XVIII, klein kruisbeeld, XVIII, Annatrits, XIX A? H. Mabrosius, 1849. Op het kerkhof een grafkruis, 1614. Eikenhouten klokkenstoel met gelui bestaande uit een klok van N. Simon, 1787, diam.
Orgel
In een akte uit 1778 is o.m. sprake van een “fenster an den Orgel”; ook blijkens het “Aardrijkskundig woordenboek” van van der Aa was deze kerk in 1847 “van een orgel voorzien”, terwijl de “Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst” (1926) melding maakt van een “orgelfront” uit de jaren 1775-- geen dispositie voorhanden –
In 1980 plaatste Verschueren (Tongeren, B) een tweemanuaals koor-orgel.
Hoofdwerk Positief Pedaal
Bourdon
Prestant
Bourdon
Octaaf
Octaaf
Cornet D IV
Mixtuur III-IV
Bron: G.M.I.Quaedvlieg – Orgeldocumentatie Limburg (Stadsbibliotheek Maastricht)